Op-1: “De opdracht moet een verantwoording bevatten van de aansluiting op de inhoud en het niveau van de toetstermen”.
Op-2: “De opdracht moet zijn gebaseerd op een representatieve situatie”.
Op-3: “De opdracht mag voor kandidaten geen vertekend beeld opleveren door leeftijd, sekse, cultuur, geloof en dergelijke”.
Op-4: “De opdracht moet qua omvang uitvoerbaar zijn in de beschikbare tijd”.
Op-5: “De opdracht moet een instructie bevatten voor de kandidaat en eventuele andere betrokkenen (zoals acteurs)”.
Ik-1: “De instructie voor de kandidaat moet kort en bondig zijn geformuleerd en mag geen overbodige informatie bevatten die de kandidaat in verwarring kan brengen “.
Ik-2: “De instructie voor de kandidaat moet een eenduidige beschrijving van de doelstelling en het verwachtte resultaat bevatten”.
Ik-3: “De instructie voor de kandidaat moet een beschrijving bevatten van wat de kandidaat kan verwachten en wat de kandidaat moet doen”.
Ik-4: “De instructie voor de kandidaat moet informatie bevatten over de manier waarop de opdracht moet worden uitgevoerd en welke hulpmiddelen daarbij mogen worden gebruikt”.
Ik-5: “De instructie voor de kandidaat moet eenduidig laten zien waarop de kandidaat wordt beoordeeld”.
Ia-1: “De instructie voor de afnamecoördinator, begeleider en acteur (indien van toepassing) moet een beschrijving bevatten van de kaders waarbinnen de opdracht moet worden uitgevoerd”.
Bm-1: “Het beoordelingsmodel moet per toetsterm minimaal één beoordelingscriterium bevatten, passend bij de toetsmatrijs”.
Bm-2: “Het beoordelingsmodel moet een duidelijke instructie voor de beoordelaar bevatten”.
Bm-3: “Het beoordelingsmodel moet duidelijke informatie geven over de scoring”.
Bc-1: “De beoordelingscriteria moeten zijn gebaseerd op een toetsterm”.
Bc-2: “De beoordelingscriteria moeten zijn te beoordelen aan de hand van de uitgevoerde opdracht”.
Bc-3: “De beoordelingscriteria moeten objectief zijn en mogen niet leiden tot discussie onder beoordelaars of deskundigen”.
Bc-4: “De beoordelingscriteria moeten één te beoordelen aspect bevatten”.
Bc-5: “De beoordelingscriteria moeten een duidelijk scoringsvoorschrift bevatten”.
Bc-6: “De beoordelingscriteria moeten in aantal aansluiten bij de weging van de toetstermen in de toetsmatrijs”.
Bc-7: “De beoordelingscriteria moeten een passende beoordelingsschaal bevatten”.
Nieuwsgierig geworden naar de uitleg bij de constructievoorschriften? Deze vindt u in ons boek. Bestel uw exemplaar direct in onze webshop!